De derde generatie van de Ford Focus is alweer halverwege z’n levenscyclus, reden voor Ford om met een tussentijdse opfrisbeurt te komen. En een grondige ook. Wordt de Focus daar ook een betere auto van?
Doorgaans behelst een update halverwege de levenscyclus van een auto niet veel meer dan een gewijzigd profiel van de voorspoiler of een motor met een paar pk extra. Voor de Focus gaat Ford een stuk verder, behoorlijk veel verder zelfs. De auto heeft een compleet nieuwe neus gekregen, de achterlichten zijn opnieuw getekend, het onderstel is aangepakt, er zijn nieuwe motoren en misschien nog wel het meest opmerkelijk: de middenconsole is flink op de schop gegaan.
De frontpartij van de auto is er met z’n Aston Martin-achtige grille flink op vooruit gegaan en is nu helemaal in lijn met de voorkant van de Fiesta en de nieuwe Mondeo (alhoewel nieuw, in Amerika rijdt-ie al weer een tijdje rond). Het geeft de auto een net iets chiquer voorkomen. Aan de achterkant heb je meer een geoefend oog nodig om te zien dat de achterlichten hertekend zijn, maar ze zijn het wel degelijk. Het maakt het beeld iets
rustiger.
Rust is wat ook in het interieur gebracht is. De Ford-designers hebben een grote gum over de middenconsole gehaald, de hele knoppenbrij waar je zonder instructieboek niet uit kwam weggepoetst. Het geheel is op nieuw getekend en blijkt nu een stuk gebruiksvriendelijker van opzet. Een centrale multimediaknop heeft de auto nog steeds niet, toch is een deel van de knoppen komen te vervallen omdat nu een aantal functies is weggewerkt in een helder touch screen (misschien zelfs wel niet iets te veel) en omdat gebruik wordt gemaakt van spraakbesturing. Voor deze vocale manier van bedienen moet je je overigens wel eerst even het idioom van het systeem eigen maken, er wordt namelijk niet zomaar op willekeurige commando’s gereageerd doch slechts op een beknopt aantal.
Maar goed, daar valt met een beetje oefening best uit te komen. De knopjes op het stuur
hebben een nieuw design, maar da’s niet direct een verbetering: je zit nu al snel met je vinger op twee knopjes tegelijk.
De maatstaf
Niet alleen de buitenkant van de neus is onderhanden genomen, ook onderhuids is de voorkant op de schop gegaan. De voortrein is met dikker plaatmateriaal stijver gemaakt, de wielgeometrie is opnieuw opgezet, er zijn stijvere ophangrubbers gebruikt en de afstemming van dempers en veren is herzien. Dit resulteert samen met de herziene elektrische stuurbekrachtiging in een prettig dynamisch sturende auto, lekker scherp, communicatief en precies de hoek om te sturen zoals jij dat wilt. Het mooie hierbij is dat er aan comfort niets ingeleverd hoeft te worden, in tegendeel zelfs. Ook dat is naar een hoger plan getrokken. Op dit vlak is de Focus weer absoluut de maatstaf.
Overigens draagt niet alleen het onderstel bij aan meer comfort, dat doen ook de nieuwe motoren (of het gebruikte isolatiemateriaal). Je hoort ze nauwelijks meer. Ter vervanging van de 1,6 liter-motoren wordt in de Focus afgetrapt met een nieuwe serie met een cilinderinhoud van 1,5 liter, zowel op benzine (EcoBoost) als op diesel (TDCI). Die laatste is er met 95 en 120 pk, de benzinemotor met 150 en 182 pk. Deze prestaties zijn vergelijkbaar met die van de 1.6-motoren, alleen nu met een lager verbruik.
Wij zijn de weg opgegaan met de 182 pk EcoBoost. Een heel fijne en comfortabele machine, al hadden we aanvankelijk het idee dat we met de 150 pk-versie van doen hadden. Hij sprankelt niet echt. Onderin is-ie een beetje lui, zeker wanneer je de instructies van de schakelindicator probeert te volgen. Het zit er misschien wel in, maar het komt er bepaald niet bruisend uit. Pas wanneer je ‘m flink in de toeren jaagt wordt-ie wat enthousiaster, maar dan ben je bepaald niet meer bezig met Het Nieuwe Rijden.
Kwestie van geduld
De geupdate Focus is met de 1,5 liter benzine- en dieselmotoren vanaf december leverbaar, net als de inmiddels vertrouwde driecilinder benzinemotor. Allen met handbak. Een versie met 14% bijtelling is daar voor de zakelijke rijder overigens niet bij, bij 20 procent houdt het op. Vanaf februari wordt het programma van de vernieuwde Focus uitgebreid met een 150 pk sterke 2.0 TDCI, zowel met handbak als DCT-automaat, de Focus Electric en komt er weer een ST-versie.
Dit maal trouwens niet alleen met een benzinemotor (250 pk) maar ook met een 185 pk sterke versie van de 2.0 TDCI-motor. Een maand later komt er voor de 1.5 EcoBoost met 150 pk een conventionele automaat beschikbaar en voor de 120 pk 1.5 TDCI een DCT-automaat. En om het helemaal af te maken zal er aan het eind van de zomer van 2015 ook een automaat beschikbaar komen voor de driecilinder 1.0 EcoBoost met 125 pk.
Wat de Focus met de nieuwe motoren gaat kosten is nog niet bekend, vooralsnog wordt alleen de prijs gecommuniceerd van de speciaal aangeklede 1.0 First Edition met 125 pk: € 24.995 voor de hatchback en € 1.000 extra voor de stationcar.
Lees hier een eerdere review | Autoweek test de nieuwe Ford Focus
Bron | Autoweek.nl
