De Europese Focus Electric is qua aandrijflijn gelijk aan de Amerikaanse variant en dat betekent een elektromotor van 142 pk en een accupakket van 23 kWh waarmee je 162 km ver zou moeten kunnen komen. Het onderstel en de besturing zijn volgens Ford aangepast aan de Europese smaak.
Zoals we bij elektrische auto’s gewend zijn is de elektromotor direct bij de les wanneer we het stroompedaal intrappen en doet-ie in alle rust wat we van hem vragen. Helemaal volgens het boekje. Maarrr … hoewel ons verzekerd is dat het om een auto met Europese specificaties gaat voelt de auto niet echt aan zoals we dat van Europese Fords gewend zijn. Het onderstel maakt een lobbige indruk en de besturing mist net dat beetje scherpte wat we bij conventionele Focussen zo waarderen. De voorkant voelt relatief licht, terwijl er achter juist een paar kilo’s te veel aan boord lijken te zijn. Het onderstel kan niet verhullen dat de auto een stuk zwaarder is dan een Focus met verbrandingsmotor. De mooie balans van de benzine- en diesel-varianten hebben ze deze auto niet mee kunnen geven.
Een verklaring voor één en ander vinden we wanneer we de achterklep openen: een belangrijk deel van de laadruimte wordt opgesnoept door de accu. Dit komt doordat de Focus niet al vanaf de eerste ontwerpschetsen als elektrische auto bedoeld is, maar een bestaand platform is waaraan achteraf een elektrische aandrijflijn met een zwaar accupakket is toegevoegd. De accu ligt relatief hoog en vrij ver naar achteren en niet zoals bij bijvoorbeeld een Nissan Leaf, Opel Ampera of Renault Zoe lekker laag en rond het zwaarte punt. En er zijn meer punten waarop de Focus de concurrentie voor zich moet laten; zo beschikt hij niet over een snellaadaansluiting, die komt pas bij de volgende generatie. En ook van z’n prijs moet-ie het niet echt hebben: Ford vraagt voor de Focus Electric € 39.990 en dat is nou niet bepaald een koopje. Voor een Nissan Leaf wordt (inclusief de accu’s) namelijk € 29.700 gerekend. Daar zit een serieus verschil tussen.
Bron | Autoweek.nl